Basistraining voor agility

Agility is echt een van de leukste hondensporten die er is! Of je nu van plan bent om fanatiek wedstrijden te lopen, gewoon recreatief wilt trainen met je hond, of misschien alleen een paar toestellen in je achtertuin wilt gebruiken – een goede basis blijft eigenlijk voor iedereen hetzelfde!

Voordat je start met agility

Voordat je begint met agility, is het belangrijk om goed naar je hond te kijken. Hoe oud is hij? Hoe is zijn fysieke conditie? Vroeger werd gezegd dat je vanaf 12 maanden kon beginnen, want dan was je hond volgroeid. Nu weten we dat honden meestal pas rond de 2 jaar fysiek zijn uitgegroeid, maar dat je met agility al vroeg kunt beginnen. Vanaf 8 weken kun je namelijk starten met je basistraining!

Beloningssignaal

Dit is een van de vaardigheden die je al vanaf 8 weken (of eerder) kunt aanleren. Vooral bij agility vind ik een goed, snel signaal onmisbaar. Hoe kun je anders op exact het moment dat je hond vanaf een tunnel de juiste kant op draait markeren en belonen? Of net die perfecte raakvlak op 20 meter afstand? Ik ben fan van de clicker – vooral bij agility, waar je snel buiten adem bent en je beloningswoordje misschien niet zo scherp is als anders!

Belonen

Bij agility is spelbeloning eigenlijk het belangrijkst. Houdt jouw hond niet van spelen, en denk je nu “dan is agility dus niks voor ons”? Zo is het niet! Je kunt namelijk ook spelen met eten. Waar het om gaat, is dat je vaak een actieve beloningsvorm wilt. Als na lekker door de tunnel rennen een brokje uit de hand de beloning is, dan vinden de meeste honden dat een afknapper. Met als gevolg dat je hond de toestellen wel leuk vindt, maar niet meer in contact wil met jou.

Basis zonder toestellen

Naast het beloningssignaal en het belonen kun je al vanaf pup de basis oefenen. En heeft jouw oudere hond nog nooit agility gedaan, dan start je uiteraard ook hiermee!
Als je agility vergelijkt met autorijden, is de basis vergelijkbaar met het uitleggen van verkeersregels: hoe werkt schakelen, remmen en gasgeven, en hoe kun je het beste sturen? Als je het zo bekijkt, zou het toch ook raar zijn als je zonder die informatie zomaar achter het stuur wordt gezet?

Targettraining

Targettraining is erg belangrijk, vooral als je vaak alleen oefent zonder instructeur erbij. Targets op de grond gebruik je bijvoorbeeld bij vooruit sturen, het aanleren van wissels en raakvlakken. Een handtarget gebruik je voor het aanleren van exact sturen. Voor grondtargets vind ik aanraken met de poot het handigst; voor een handtarget gaat mijn voorkeur uit naar de neus van de hond.

Startlijn

Blijven bij de start geeft jou veel rust en gemak. Leer je hond dus om te blijven staan of zitten totdat jij je “Go!” (of een ander startsignaal) geeft.
Ik vind het heel nuttig om de hond te laten wennen aan gekke bewegingen en het roepen van andere woorden, zodat hij snapt dat alleen jouw startsignaal betekent: “plankgas en gaan!”
Wanneer je de start gaat oefenen met een toestel, let er dan op dat er voldoende ruimte (minimaal een meter of drie) tussen de hond en het toestel zit.

Tussen

De oefening tussen vind ik erg fijn om je hond op de juiste plek te zetten om te starten, en als plek waar je de hond kunt “parkeren” als er iets misgaat en je even moet nadenken over wat je beter anders kunt doen. Ook wanneer je trainer je uitleg geeft, is tussen een mooie positie om je hond even te “parkeren”. Want als hij gewoon wat rondscharrelt, kan hij denken dat dat ook een optie is tijdens een oefening.

Wissels

Bij agility werkt je hond links, rechts, voor en achter jou. Om hem zo snel en vloeiend mogelijk over een parcours te sturen, moet jij dus wissels leren – en je hond moet ze ook leren. Het goede nieuws is dat, als jij de wissels goed kunt, je hond ze waarschijnlijk supersnel oppakt.

Toestellen aanleren

En dan komt het: het aanleren van de toestellen! Ook dit doe je het beste in kleine stapjes, en uiteraard met veel beloningen.
Sprongen bouw je op van latten op de grond, stap voor stap naar de juiste spronghoogte. Met onze herders spring ik rond 20 maanden pas op wedstrijdhoogte.
Als basis voor raakvlaktoestellen kun je al starten met het aanleren van lopen over een simpele loopplank. Dat geeft je hond al een stuk basiscoördinatie!

Juiste materiaal

Vaak wordt gedacht dat als je niet echt serieus wilt trainen, het materiaal niet zo veel uitmaakt. Dat vind ik een beetje gek, want iedereen wil toch zijn hond veilig trainen! Je kunt beter een goede anti-slip tunnel en twee veilige trainingssprongen aanschaffen dan een complete trainingsbaan van onveilige, breekbare spulletjes.

Warming-up en cooling-down

Of je nu recreatief traint of je voorbereidt op een wedstrijdparcours: warming-up en cooling-down zijn altijd belangrijk! Stevig stappen, een stukje draven en een paar sprintjes trekken is de basis, gevolgd door sportspecifieke oefeningen zoals kracht zetten met de achterhand en slalom door je benen voor lenigheid. Zo geef je je hond een betere kans om goed te presteren en voorkom je blessures!

Agility is dus een superleuke sport waar elke hond veel plezier aan kan beleven – vooral wanneer jij aandacht besteedt aan een goede basis, en hem alle kneepjes van de sport leert in kleine stapjes!